|
||||||||
|
Dankzij onze vrienden-Brexiteers en hun consequente maar lichtjes wereldvreemde houding inzake invoerrechten en dergelijke meer, zijn we een dikke maand te laat om de release van deze CD tijdig mee te pikken. Een CD die op 2 september verstuurd werd, bleef exact drie maanden onderweg maar daar gaan we verder niet over zeuren. We zullen het hebben over “Flatlands”, de opvolger van “Little Thunderstorms” dat hier, net geen twee jaar geleden, flink bejubeld werd en, nu ik het plaatje een keer of zes gehoord en beluisterd heb, kan ik al een beetje voorspellen dat het gejubel om deze opvolger niet minder krachtig of duidelijk zal zijn. Op deze nieuweling staan tien songs, waarvan er zes van de hand van KB Bayley zelf zijn en wat het eerst opvalt, is de bijzonder spaarzame aankleding van de songs: veelal zijn er slechts de stem en de gitaar van KB en een enkele keer komt er een streepje mondharmonica of een lijntje piano om de hoek kijken. Dat is bij voorbeeld het geval in het heerlijke “Driftwood Avenue”, waarin de zanger het heeft over wat het betekent op te groeien in een klein kustdorp. Helemaal sober gaat het eraan toe in “Comet Girl”, waar je de frase “looks like money, sounds like whiskey on a rainy night”. Zulke zinnen kun je alleen bedenken als je over de gave van het woord beschikt en dat is alvast zwaar van toepassing op Bayley: hij is een rasechte storyteller. Die verhalen zijn lang niet allemaal even vrolijk van insteek en de indruk leeft dat Bayley niet meteen de beste tijd van zijn leven doormaakte, toen hij deze plaat maakte. Net als voor iedereen, was er ook voor hem de pandemie, maar daarnaast verliepen de dingen ook op persoonlijk vlak niet geheel rimpelloos. Dat belet hem echter niet om alweer een parel van een plaat af te leveren, waarop de perfecte dosering van gitaren -de Weissenborn lijkt wel ’s mans lieveling te zijn- en die stem, die bij Vlaamse liefhebbers van het genre onwillekeurig verwijzingen naar HT Roberts zal oproepen- maakt dat de drie dozijn minuten die de plaat duurt, letterlijk voorbij vliegen. Dat kan ook te maken hebben met de keuze van de covers. Die komen van Jean Richie (“The L&N don’t stop heren anymore”), Tom Waits (“Johnsburg, Illinois”), Kelly Joe Phelps (“The Black Crow Keeps On Flyin’”) en Jason Isbell (“Maybe It’s Time”) en ze getuigen stuk voor stuk van het grote inlevingsvermogen van Bayley, die zich die songs werkelijk “eigen” maakt. Volgens mijn oren echter, is de allerstrafste song van de plaat “Time Machine”, een lied over hoezeer je de tijd zou willen stilzetten, als je bij iemand vertoeft, die je heel graag ziet. Wie zo’n nummer kan bedenken, moet simpelweg door iedereen gehoord worden. Ik mag hopen dat KB Bayley op verantwoorde tijdstippen het nodige verdriet mag ervaren, zodat hij de luisterende medemens kan blijven voorzien van mooie verhalen, zoals hij dat deed op “Little Thunderstorms” en nu dus opnieuw op deze bijzonder knappe “Flatlands”. (Dani Heyvaert)
|